Voor ik vertrok naar Paraguay vreesde ik de clash van mijn atheisme met de diepgewortelde gelovigheid van de Paraguayanen. Men had mij immers op het hart gedrukt dat het schadelijk zou zijn voor het opbouwen van contacten met Paraguayanen mocht ik botweg uitkomen voor mijn ongeloof in goden.
Tot dusver heb ik niets anders gedaan. Aan eenieder die me de vraag stelt "waarin geloof je?" antwoord ik dat ik atheist ben. Veel gefronste wenkbrauwen, en vraagtekens boven de hoofden van de mensen, maar geen uitgesproken negatieve reacties. De overgrote meerderheid gelooft in de Christelijke God. Daarin heb je natuurlijk allerlei mogelijke vertakkingen - hoewel de katholieke kerk de meeste 'schapen' telt. Ik zeg 'schaap' in de betekenis van 'gelovige', zonder denigrerende bijklank. De herder-schaap allegorie wordt vaak opgevoerd, en het Spaanse woord "Pastor" betekent zelfs letterlijk 'herder'. Dit terzijde.
Ondanks de alomtegenwoordigheid van het geloof in dit land is de greep van het geloof niet zó heel sterk. Ik zou zelfs durven zeggen dat Paraguay niet een bijzonder gelovig land is. De staatsinstellingen lijken in vrij grote mate geseculariseerd te zijn, en velen belijden een geloofsvorm waarbij 'naar de kerk gaan' niet vereist is (handig!).
Niettemin heb ik de afgelopen weken intense discussie's gehad (in het Spaans, jawel) met gelovigen. Om voor mezelf eens op te frissen hoe het voelt om in een kerk te zitten, en omdat het nu eenmaal deel uitmaakt van de Paraguayaanse cultuur ben ik 2 keer naar een 'Adventista'kerk geweest, waar een van mijn collega's naartoe gaat. Met een grote
nadenkendheid zat ik daar, te kijken en te luisteren naar wat er verteld en gezongen werd. Het volstaat om te zeggen dat de problemen die ik heb met religies in het algemeen er niet minder op zijn geworden. Het heeft iets speciaals om met iemand te praten die wéét dat de aarde niet ouder kan zijn dan 8000 jaar en die zich geroepen voelt om mijn ziel voor de goede zaak te winnen.
Ik ben nog niet een persoon tegengekomen die me omwille van mijn invraagstelling van zijn/haar geloof agressief reageerde. Integendeel, zonder naïef te zijn, denk ik dat ik sommige mensen een ander perspectief heb kunnen tonen. Er komt een nogal sterke inductie aan: dit stemt me hoopvol dat het overstijgen van religie niet buiten de mogelijkheden van de menselijke soort ligt. U begrijpt dat ik in algemene termen moet spreken en nuance moet laten varen om deze tekst niet al te lang te maken. Een band met een hoger wezen kán voor sommigen goed zijn, en daar heb ik allerminst problemen mee.
Ik schiet goed op met de oergelovige dochter van de oergelovige collega waar ik het eerder over had. Alejandra is de naam van dit meisje van negentien jaar oud.

Volgend jaar gaat ze naar een speciale 'Adventista'universiteit in Argentinië om er geneeskunde te studeren, en er verder geïndoctrineerd te worden door het geloof. Ik voel me verscheurd door de drang om haar te doen inzien dat haar geloof relatief is en het besef van mijn eigen onmacht. Alejandra heeft een vriendje, zijn naam is Jezus en ze ziet hem héél graag, maar heeft ze ooit een andere keuze gehad?